Interview

Martijn Aslander

‘Zie je informatie als kapitaal’

Oh shoot! Wáár heb je die informatie gelaten? In een document, map of een mailtje aan jezelf? Zonde, zegt Martijn Aslander. Zo verlies je kostbaar kapitaal. In zijn boek Starten met Obsidian laat hij zien hoe je grip krijgt op jouw informatie én zeeën van tijd wint.

Marianne ter Mors | Mirjam van der Linden | 10 oktober 2025 | 7-10 minuten leestijd

Excuses alvast. Voor de Cruijffiaanse beschrijving die nu volgt over Obsidian:

‘Je gaat het snappen als je het door hebt.’ Zodra je Aslanders boek Starten met Obsidian openslaat, denk je wellicht: Hmmm, is dit wel wat voor mij? Struikelend over termen als markdown en templates, kan de ‘daar moet je vast heel technisch voor zijn’, zomaar voorbijkomen.

Maar dan… gebeurt er iets grappigs. Obsidian grijpt je. Want plotseling besef je hóé veel dingen je hiermee kunt opzoeken in een split second. Je kunt verbanden leggen, categoriseren, analyseren en ja, ook gewoon leuke dingen te weten komen. Een voorbeeld? Aslander vertelt: ‘Elke dag noteer ik in Obsidian waar ik wakker word. Zo ontdekte ik dat ik tot nu toe in 2025 32% van de tijd niet thuis heb geslapen, grappig toch?’

Dit is er eentje in de categorie nice to know. Maar er zijn ook serieuzere dingen. Begin dit jaar kreeg Martijn een herseninfarct. Hij praat er open en bijna luchtig over. ‘Oh, daar heb ik helemaal geen last meer van hoor’. Maar als je doorvraagt, zit er toch meer onder dan zijn aanvankelijk nuchtere bespiegeling. ‘In mijn revalidatie had ik in één keer te maken met 52 verschillende zorgverleners. Nieuwe woorden, medische termen, medicijnnamen en bijwerkingen, informatie die ik nooit eerder nodig had. Dankzij Obsidian had ik binnen een dag een dashboard waarin alles samenkwam. Toen was er weer overzicht en rust. En omdat ik tijd overhield, schreef ik in die periode mijn boek.’

600 uur zoeken

Als je je nog steeds niets bij de voordelen van Obsidian kunt voorstellen: ontspan. Waarom Obsidian een onmisbare tool is, heeft namelijk weinig met Obsidian zelf te maken. Aslander ziet jouw persoonlijke informatie als kapitaal. Hoe sneller je bij die informatie kunt, des te succesvoller en effectiever je werkt. Hij noemt dat informatieliquiditeit. Aslander: ‘Als jij je geld in je huis stopt, kun je er niks mee. Zo werkt het ook met informatie: als je het opslaat in documenten, kun je er bijna niks mee. Zet je het in Obsidian, dan wordt het vloeibaar. Je kunt het koppelen, filteren en er nieuwe inzichten mee creëren. Met Obsidian vind je in een paar seconden wat je zoekt.’

Lang naar informatie zoeken is echt wel een dingetje. Gemiddeld zoeken we namelijk tussen de 400 en de 600 uur per jaar naar informatie. Dat is bijna vier (!) volledige werkmaanden. Hoe het komt dat we zo lang naar informatie zoeken? Dat zit hem er volgens Aslander in dat we informatie op de verkeerde manier opslaan. ‘De meeste mensen bewaren hun informatie in oude sokken onder het bed: in een document. Maar documenten zijn om te printen, niet om je informatie op te slaan.’

Zodra je iets in de vorm van een document gooit, bijvoorbeeld Word of PowerPoint, wordt het bestand meteen heel groot. ‘Zet je in een Word-bestand alleen ‘Hello world’, dan wordt dat 1000 keer zo groot ten opzichte van een markdown-bestand’, vertelt Aslander. ‘Onder de motorkap van een document zit allemaal opmaakcode waar je helemaal niks aan hebt. Dus documenten? Als het niet je intentie is om het te printen, weg ermee!’

Links die beide kanten opgaan

Computers en AI houden van platte tekst. Dat is wat Obsidian zo effectief maakt: geen documenten vol opmaakcode, maar simpele markdown-bestanden. Martijn heeft meer dan dertig jaar aan data in Obsidian zitten: ‘Die dertig jaar past in 450 megabyte. Er zijn mensen met één PowerPoint-presentatie die zwaarder is dan dat.’

Ook draait Obsidian volledig lokaal op je computer. Je data blijft altijd van jou. Dat maakt het extreem snel én toekomstbestendig. Want houdt Obsidian op te bestaan? Dan heb jij gewoon nog toegang tot je informatie.

En als kers op de taart heeft Obsidian de geslaagde versie van de hyperlink. Martijn legt dit uit: ‘Ted Nelson bedacht in 1964 de hyperlink. In 1999 werd deze door Tim Berners-Lee geïmplementeerd. Maar de hyperlink is alleen voor de helft geïmplementeerd. Het is alsof je met de trein naar Den Haag gaat en als je daar aankomt… is het spoor naar Amsterdam verdwenen! Obsidian maakt bidirectionele links, links die beide kanten opgaan. Daarmee kun je verbanden leggen en inzichten krijgen die met gewone hyperlinks onmogelijk zijn.’

Minder steile leercurve

De grootste beginnersfout met Obsidian? Dat is volgens Aslander dat je veel te complex start. Niet zo gek dat je na twee weken de handdoek in de ring gooit als je merkt dat jouw waterdichte systeem met 100 mappen en 1001 tags tóch niet zo relaxt werkt. ‘Begin klein en simpel’, adviseert hij. ‘Besteed dagelijks een half uurtje aan Obsidian. Dan komt het in je systeem te zitten en ga je steeds meer ontdekken wat er allemaal mogelijk is.’

Het is overigens wel een veelgehoorde klacht over Obsidian, het is véél te ingewikkeld. Aslander maakt hier korte metten mee: ‘Obsidian heeft een veel minder steile leercurve dan je denkt. In het begin moet je er inderdaad wat extra tijd in stoppen. Maar zodra je weet wat je moet doen, opent zich zonder moeite een wereld aan mogelijkheden. Hoe anders is het bijvoorbeeld met Notion. Makkelijk om mee te beginnen. Totdat je er eenmaal inzit met al je informatie en kennis en je méér wilt. Dan merk je pas hoe verdomd ingewikkeld het is.’

Gaan als een malle

Dus ja, Obsidian vraagt aan het begin wat extra tijd. En heb je daar helemaal geen zin in? Aslander haalt zijn schouders op: ‘Gewoon lekker niet doen zeg ik! Dan kom je er over een paar jaar achter dat anderen dingen kunnen die jij niet kunt. En dat je dat vervelend vindt. Niet mijn probleem. Tegenwoordig willen we allemaal ‘even snel’. Alleen met dat even snel, leer je iets nooit goed. Mensen willen wel een boom omhakken, maar hebben geen zin om hun bijl te slijpen. Maar de mensen die het wel snappen, gaan als een malle.’

Gaan als een malle, wie wil dat nou niet! Nu natuurlijk de vraag; hoe begin je te gaan als een malle? Het basisprincipe volgens Aslander: hou het overzichtelijk. Maak geen 100 mappen, maar drie. Of vijf. Hij gebruikt het ACE-model van Nick Milo, bekend van het Linking Your Thinking-framework.

  • Atlas: voor alles wat je weet, leert of bewaart
  • Calendar: voor alles wat je doet, denkt of meemaakt in de tijd
  • Efforts: voor waar je aan werkt; projecten, initiatieven en ideeën

Zelf voegt Aslander daar nog twee mapjes aan toe, de ‘+’ voor alles wat nog verplaatst moet worden naar een andere map en de ‘x’, voor ondersteuning. Hierin staan de sjablonen, scripts en plaatjes.

Kan dat dan in Obsidian?

Plaatjes, plaatjes? Kan dat dan in Obsidian, dat is toch alleen platte tekst? ‘Je kunt alles met Obsidian’, verzekert Aslander, ‘voor wat je maar kunt bedenken, bestaat een handige plug-in. Als je net start met Obsidian, zou ik de wat ingewikkeldere plug-ins nog even laten voor wat het is. Dan maak je het onnodig lastig voor jezelf. Maar weet dat het kan.’

Nu we toch bezig zijn, nog andere beginnerstips? Wat is echt goud als je start met Obsidian?

Aslander noemt er drie:

  1. Leer werken met templates
    Dat is de sleutel. Daarmee zet je informatie meteen goed weg.
  2. Koppel sneltoetsen aan je templates
    Dat scheelt seconden en seconden tellen.
  3. Gebruik queries
    Opslaan is één ding, maar filteren maakt de magie. Vergeet je dat, dan kun je net zo goed in Word blijven werken.

In een half uurtje

Al ruim vijftien jaar zet Aslander zich in voor Persoonlijk Kennis Management, bijvoorbeeld via de Digitale Fitheid Academie. Maar zijn kennisidealisme gaat verder dan mensen inspireren zoals jij en ik. Sinds kort richt hij ook zijn pijlen op de overheid. Want als het ergens weleens stroefjes verloopt qua informatie, dan is het wel de overheid. Er wordt bakken met geld uitgegeven om informatie veilig te houden, maar is die informatie dan nog bruikbaar?

Aslander: ‘Bij de overheid timmeren ze alles dicht als het gaat om snel bij informatie kunnen. Daarom gaat het mis. Onlangs was ik bij de recherche om te praten over informatieliquiditeit. Hoe simpel, veilig én wendbaar informatie toegankelijk is met bijvoorbeeld Obsidian. Aanvankelijk geloofden ze me niet. Zij geven miljoenen uit aan een systeem wat dit zou moeten kunnen, alleen in de praktijk faalt het systeem. Obsidian loste dit probleem met een paar klikken op. En wat ik deed? Dat kun je in een half uurtje leren. De meeste dingen bij de politie die niet oplosbaar zijn, zijn niet oplosbaar omdat ze nog vasthouden aan het rottige document.’

Of het nu gaat over jou, een organisatie of een overheidsinstelling, bijna alles wat we doen draait uiteindelijk om informatie of communicatie. Aslander besluit zijn betoog: ‘Het verschil tussen een succesvolle organisatie en een niet-succesvolle organisatie zit niet in cultuur of gedrag. Het gaat over de snelheid waarmee je bij de juiste informatie kunt om een goede beslissing te nemen.’

Over Marianne ter Mors

Marianne ter Mors is copywriter, trainer en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

    Personen

      Trefwoorden